De grote beweging

Corporaties baseerden hun dienstverlening op het uitgangspunt dat huurders (klanten) zelfredzame en verantwoordelijke mensen zijn. Mensen zoals jij en ik dus. En toentertijd was dat voor het grootste deel ook het geval. Maar hoe is dat nu?

14 december 2023

De huurderspopulatie
De samenstelling van wijken en buurten verandert heel snel. Ik noem dat 'de grote beweging'. Dit heeft grote gevolgen voor de leefbaarheid van wijken en buurten met sociale woningbouw. We zien dat huurders steeds armer worden en steeds vaker niet geheel zelfredzaam zijn.

Tien jaar geleden had de grootste groep huurders een middeninkomen. Maar het aantal huurders met een middeninkomen is bijna gehalveerd. De grootste groep huurders valt in de laagste inkomenscategorie. Daarbij zien we er steeds meer kwetsbare bewoners instromen. Dit betreft onder meer mensen die uitstromen uit GGZ-instellingen of dakloos waren. Ook verhuren corporaties woningen aan statushouders, die niet altijd goed zijn voorbereid op wonen in een Nederlands huis. Er zijn tientallen corporaties die jaarlijks meer dan de helft van de leegkomende woningen verhuren aan kwetsbare bewoners en statushouders. De instroom van kwetsbare bewoners wordt algemeen gezien als de belangrijke reden dat de leefbaarheid in het corporatiebezit achteruit is gegaan. Zonder daaraan af te doen, wil ik nog een andere belangrijke oorzaak benoemen. Want de instroom is maar de helft van het verhaal.

Uitstroom van de cultuurdragers
Als we kijken naar de uitstroom, dan vallen twee groepen op. De senioren (baby-boomers) die overlijden of verhuizen naar andere woonvormen. De tweede groep uitstromers bestaat uit jongere huurders die doorstromen naar een koopwoning. Die laatste groep is buiten de Randstad nog best groot. Voor beide groepen geldt dat dit doorgaans goede, zelfredzame huurders zijn. En met name de senioren zijn daarbij ook vaak de cultuurdragers in een buurt. Hun opvattingen over hoe je woont, omgaat met je buren en je tuin zijn opvallend overeenkomstig in het hele land. Vaak waren zij ook degenen die nieuwkomers in de buurt op weg hielpen.

Veel nieuwkomers hebben meestal heel andere opvattingen en verwachtingen over wonen dan de senioren. Ze zien hun straat of buurt over het algemeen niet als de gemeenschap waar ze deel van uit maken. Daar is op zichzelf niets mis mee. Maar het leidt wel tot spanningen tussen “oud” en “nieuw”’ in veel buurten en wijken. Overal klagen oude bewoners over nieuwkomers. Die passen zich niet aan, houden hun tuin niet bij en er valt niet mee te praten. Het leidt tot een stroom aan (vaak onterechte) overlastklachten bij corporaties. Dat is een teken aan de wand. Want blijkbaar slagen mensen er steeds minder in om het samen op te lossen. De sociale samenhang in veel buurten met sociale woningbouw lijkt te zijn verdwenen.

Wat nu?
Wat is nu het antwoord van de corporaties op deze ontwikkeling? Voor hen is duidelijk dat de leefbaarheid onder druk staat en dat meer inzet van de corporatie gewenst is. Veel corporaties breiden ook de formatie uit en nemen meer wijkbeheerders en woonconsulenten aan. Maar wat betekent deze ontwikkeling nu voor de dienstverlening?

Harry Vlaar

Meer weten?

Harry vertelt je er graag meer over

06 51 81 31 61

h.vlaar@vannimwegen.nl