Meer weten?
Mario praat graag verder
06 22 24 47 66
De brede, sociaal-maatschappelijke en sociaaleconomische rol van de woningcorporaties. Het succes van de wooncoöperaties met kleinschalige, maar oh zo belangrijke initiatieven. De veerkracht in buurten en de meerwaarde van publiek-private samenwerking om verlaten stedelijke gebieden een nieuwe toekomst te bieden.
Dat zijn de lessen die mij zijn bijgebleven van onze studiereis naar Liverpool. Natuurlijk deden we de ‘Magical Mystery Tour’, maakten we een groepsfoto op ‘Penny Lane, vergaapten we ons aan het geboortehuis van John Lennon en wandelden we langs ‘Strawberry Fields’. Uiteraard bezochten we een van de eerste tuinsteden in de wereld ‘Port Sunlight’. Maar voor de The Beatles en de tuinstad, gingen we niet op studiereis naar Liverpool in 2005. Het waren de enorme uitdagingen voor een havenstad in economisch en sociaal verval die ons als professional boeiden en deed afreizen. Het was een indrukwekkende belevenis, want zelden kom je in een stad waar het verval en daarmee de opgave zo immens en complex was als in Liverpool. Als één van de grootste ‘Shrinking Cities’ uit de vorige eeuw.
Liverpool in de tweede helft van de vorige eeuw
Een schets van ontwikkeling van Liverpool is onontbeerlijk om de bijdrage van de corporaties te begrijpen. De economische, industriële en sociale neergang van Liverpool had grote betekenis voor het wonen, voor de gezondheid van mensen en het leefklimaat in buurten. De neergang werd veroorzaakt door verschillende factoren:
Ontwikkelingen die in de eerste helft van de vorige eeuw juist voor een sterke stijging van de bevolking en werkgelegenheid hadden gezorgd. Als reactie op die sterke bevolkingsgroei in de jaren dertig door immigratie, werd er een buitenring van woongebouwen gecreëerd. Het bebouwde gebied binnen de stadsgrenzen verdubbelde! In de jaren vijftig werd prioriteit gegeven aan de sloop van sloppenwijken en de vestiging van New Towns in het omliggende gebied. Dit verminderde de dichtheid van de binnenstad van Liverpool aanzienlijk.
Samenwerken in plaats van ieder voor zich
Politieke instabiliteit in de tweede helft van de jaren ’80 en het inzicht dat stedelijke ontwikkeling over laten aan de markt in tijden van economische neergang niet tot de gewenste ontwikkeling leidde, deden het klimaat veranderen. Stedelijke revitalisering in crisisgebieden kon alleen worden bereikt door samen te werken in plaats van tegenover elkaar te staan, zo ontwikkelde de opvatting zich. Dat leidde tot de vorming van nieuw beleid met veel meer coördinatie en tot publiek-private samenwerking . In het begin jaren ’90 verliep dat nog stroperig, maar de samenvoeging van 20 overheidsprogramma’s die door vijf ministeries werden uitgevoerd tot één fonds, het ‘Single Regeneration Budget’, leidde tot meer samenhang. Daar kwam de ‘Liverpool City Challenge’ uit voort. Een algemene uitvraag voor revitalisatie van de verlaten gebieden randen van de oostelijke binnenstad. Een brede uitvraag in de samenleving, gericht op iedereen en alle partijen die er een rol in zouden kunnen spelen, woningcorporaties, maatschappelijke organisaties, ontwikkelaars, commerciële partijen etc.
Omdat het zo slecht ging met Liverpool, kwalificeerde de regio zich ook voor Europese Structuurfondsen. In 1993 verkreeg de stad de hoogte status: ‘Objective one’. Voorwaarde voor verstrekking van die middelen was intensieve samenwerking tussen de publieke en private partijen in alle relevante sectoren. Die intensieve samenwerking leidde tot een cruciaal document voor de stedelijke ontwikkeling van Liverpool: ‘Action for the people for Merseyside’. De gedachte was: integrale stedelijke ontwikkeling voor de Liverpudlians door de Liverpudlians. Dat ging niet alleen over huisvesting , maar ook over vervoer en transport, werkgelegenheid, onderwijs en training, over leefbaarheid in de stad in het algemeen. Met de vorming van de Liverpool Partnership Group, later bestaand uit de bestuurders van de gemeente, de woningcorporaties, het arbeidsbureau, onderwijsinstellingen, verschillende ontwikkelaars, werd de gemeenschappelijk inzet leidend. Met ‘Liverpool Vision’, werd het eerste publiek private stedelijke revitalisatie bedrijf voor herontwikkeling van de binnenstad opgericht. Tegelijkertijd kregen gemeente met de ‘Local Government Act’ van de centrale overheid de verplichting om samen met de omgeving strategieën voor de ontwikkeling van de gemeenschap te vormen. Het werd een krachtig instrument als basis voor een breed scala aan initiatieven en projecten die gericht zijn op het verbeteren van leefomstandigheden, economische groei en sociale cohesie in stedelijke gebieden
Als succesfactoren voor die aanpak en verbetering van het woon-, werk en leefklimaat kunnen de volgende zaken worden genoemd:
De rol van wooncoöperaties en woningcorporaties
Wooncoöperaties en woningcorporaties speelden een cruciale rol in de stedelijke revitalisering van Liverpool. Hun bijdrage ging verder dan alleen het bieden van betaalbare huisvesting; ze versterkten ook gemeenschappen, bevorderden sociale cohesie en ondersteunden duurzame ontwikkeling.
Wooncoöperaties
Wooncoöperaties zijn lokale, private organisaties die bewoners directe controle geven over hun woningen en woonomgeving. Hier zijn enkele manieren waarop wooncoöperaties hebben bijgedragen aan de revitalisering van Liverpool:
Woningcorporaties
De rol van de woningcorporaties ging veel verder dan het bieden van betaalbare en kwalitatieve huisvesting aan lagere inkomensgroepen. Veel inzet was en is gericht op het bieden van nieuw perspectief aan bewoners. De verschillende bijdragen van de woningcorporaties zijn te vinden in:
Financiële begeleiding
Opleiding en werkgelegenheid
Gezondheids- en welzijnsdiensten
Gemeenschapszin bevorderen
Ook nu nog is de taak van de Engelse woningcorporaties veel breder dan in Nederland. Naast de vastgoedkant besteden ze veel aandacht aan het perspectief van bewoners. Daarmee leveren ze een belangrijke bijdrage aan de revitalisering van de stad. Anno 2025 nog steeds.
Conclusie
Als je terugkijkt op het proces van de stedelijke revitalisatie van Liverpool met de publiek- private samenwerking, dan lijkt het haast een recept voor succes. Het is goed om te bedenken dat daar wel tenminste drie decennia overheen zijn gegaan en dat het woon- en leefklimaat in de verouderde buurten en wijken lange tijd erg slecht was. De vastgoedwaarde daalde tot zo goed als niets. Het haast verlaten gebied met veel verouderde gebouwen bleek toch ook voedingsbodem voor revitalisatie. De veerkracht van bewoners met kleinschalige initiatieven, de brede rol van woningcorporaties en vindingrijke ontwikkelaars, zorgden er met de talrijke financiële injecties voor dat stad weer leefbaar en economisch vitaal is geworden. Het kostte veel kruim, tijd, geld en zitvlees. Gaat dat zien…
Mario Damen