Meer weten?
Harry vertelt je er graag meer over
06 51 81 31 61
Veel woningcorporaties zetten in op vitale buurten, inclusie en veerkrachtige wijken. Aedes spreekt zelfs van het creëren van gemeenschappen. Maar wat betekent dat nu écht in de praktijk? Hoe ervaren huurders hun buurt en hoe kijken zij naar de mensen met wie ze samenleven?
Harry Vlaar: "Ik had het voorrecht om de afgelopen periode veel huurders te spreken. Wat ik hoorde, zette me aan het denken. Verreweg de meeste huurders hebben prima sociale contacten in hun buurt, maar er zijn ook huurders die daar helemaal geen behoefte aan hebben. Wat opvalt, is waarover ze zich zorgen maken: de groeiende groep nieuwkomers die overlast veroorzaakt, zich niet aanpast aan de geldende normen en nauwelijks aanspreekbaar is. Behoefte om deze mensen in hun gemeenschap te integreren? Nauwelijks. Wat ze wél willen, is dat instanties zoals de gemeente, de politie en de corporatie optreden tegen slecht woongedrag en criminaliteit. En dat er bij het toewijzen van woningen wordt gekeken naar kandidaten die passen bij de cultuur van de buurt.
Waarom komen we bewoners hierin niet tegemoet? Wat als we hen invloed zouden geven op wie in de leegkomende woningen komt wonen? Als ik dat idee inbreng bij corporatieprofessionals, zijn de reacties bepaald niet enthousiast:
Historisch gezien niet vreemd
Honderd jaar geleden was het heel normaal dat woningbouwverenigingen nieuwe huurders selecteerden. Katholieken huurden bij Sint Joseph, protestanten bij Patrimonium, en socialisten bij De Bouwvereniging. Zelfs binnen die groepen werd zorgvuldig geselecteerd. Potentiële huurders werden thuis bezocht om te zien of ze "zouden passen". Toewijzingsadviescommissies (TAC’s) bepaalden tot in de jaren '90 nog welke kandidaat-huurders in welke buurt het beste zou passen.
Studentenhuisvesting als voorbeeld
In de studentenhuisvesting is het gebruikelijk dat bewoners hun nieuwe huisgenoot kiezen via hospiteren. Kandidaten komen op de koffie en de bewoners kiezen wie het wordt. Dit systeem werkt prima en voor mensen die vaak afgewezen worden, is er een vangnetregeling. Waarom zou een vergelijkbaar model niet kunnen werken in sociale huurwijken?
Wat houdt ons tegen?
Historisch gezien is het helemaal niet zo vreemd om bewoners invloed te geven op wie er in hun buurt komt wonen. De studentenhuisvesting toont aan dat het kan, zonder dat mensen buiten de boot vallen. Als we écht gemeenschappen willen bouwen, moeten we de wensen van bewoners serieus nemen. Gemeenschappen ontstaan niet door het klakkeloos volgen van regels en door passend toewijzen, maar door mensen met elkaar te verbinden op basis van gedeelde waarden en belangen.
Het is tijd om de zorgen van huurders niet langer naast ons neer te leggen en hen direct of indirect invloed te geven op wie er naast hen komt wonen. Want echte gemeenschappen? Die bouw je samen, met en voor de bewoners."
Harry Vlaar