Meer weten?
Mario vertelt je er graag meer over.
06 22 24 47 66
In eerdere bijdragen sprak ik over het veranderde discours in de rvc. De discussie gaat weer over volkshuisvesting na jaren van sterke aandacht voor compliance, risicobeheersing en governance. Ik daag de raad uit stil te staan bij de vraag: wat komt er op ons af de komende jaren?
Welke ontwikkelingen zien we aankomen. wat wordt van ons als maatschappelijke organisatie verwacht? En voor wie doen we dit ook alweer? Het regeerakkoord maakt dat extra actueel en voegt daar een dimensie aan toe: hoe sturen we vanuit onze corporatie op de gezamenlijke regionale opgaven en wat dragen we er aan bij?
Gezamenlijke verantwoordelijkheid
De afschaffing van de verhuurderheffing kwam niet zonder slag of stoot. En is ook niet vrijblijvend: het gaat gepaard met bindende prestatieafspraken over de bouw van flexwoningen, betaalbare huurwoningen, renovatie en verduurzaming van het bezit en voor de leefbaarheid van wijken. Hoe dat er precies uit gaat zien en hoe afdwingbaar het wordt, is nog ongewis. Eén ding is wel duidelijk: het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle corporaties. Het kabinet neemt een voorschot op projectsteun aan corporaties die de opgave niet zelf kunnen vervullen. Die lijn was in de discussie over de opgaven en middelen al ingezet, maar krijgt met de regeerakkoord legitimatie.
Het regeerakkoord in het toetsingskader?
In het regeerakkoord en in de eerdere afspraken over de verlaging van de verhuurderheffing, staan afspraken die betekenis hebben voor de sector als geheel, maar ook voor de individuele corporatie. Geen woningen met E, F en G labels na 2028, op straffe van huurverlaging en geen woningen meer met een conditiescore 5 of 6. Uitzondering is voor sloop aangemerkte woningen. Bij vervanging van de cv-ketel in woningen tot en met label D moet een duurzamer alternatief worden geplaatst. Tenzij binnen 5 jaar aansluiting op het warmtenet is voorzien.
De afspraken over intensivering van de nieuwbouw, flexwoningen, geclusterde ouderenwoningen met een gemeenschappelijk ruimte zijn sectoraal. Ze werpen hun schaduw wel vooruit op lokale afspraken. En bieden ook een kans. In de afsprakenbrief staat dat de investeringen moeten passen bij de lokale behoefte en de financiële mogelijkheden van individuele corporaties. De mix van investeringen in verschillende regio’s zal anders uitpakken gezien de opgaven. Het addertje onder het gras is hier dat de optelling van lokale afspraken echter wel moet leiden tot…het totaal.
Formulering door het bestuur, toetsing door de rvc
Het is aan het bestuur om de eisen te verwerken in het corporatiebeleid. Als vanzelf is het daarmee onderdeel van het toetsingskader van de raad. Maar daar stopt het niet: de rvc moet zich ook op de hoogte (laten) stellen van de mate waarin de woningmarktregio zijn taakstelling realiseert. Dat legt extra druk op de lokale en regionale afspraken. De corporatie zal zich proactief moeten opstellen en ook de andere contractanten in de prestatieafspraken op het belang van de afspraken wijzen. Wij stellen ons voor dat de corporatie hierin proactief handelt en het initiatief naar zich toetrekt. En de rvc er proactief op toetst. Achterover leunen is er niet meer bij: neem in ieder geval je evenredig aandeel voor je rekening, ga het liefst een stap verder.
Impuls voor het proces van prestatieafspraken?
Wij beschouwen het regeerakkoord als een impuls voor het doorgaans wat bloedeloze en plichtmatige proces van prestatieafspraken. Goede bedoelingen zijn er te over, maar vrijblijvendheid, beperkte afdwingbaarheid en gemankeerde consultatie bij woon- en energietransitievisies moèten ervan af als je wilt presteren. Stroperige RO procedures of een weinig alerte grondpolitiek gaan niet helpen. Zorgvuldige participatie van de gemeenschap op visie en beleid blijft nodig, maar versnellen op volkshuisvestelijke prestaties vraagt scherpere keuzes. Dat vraagt om andere inrichting en een andere dialoog op lokaal en regionaal niveau. Daarop toezien en zo nodig aanscherpen past bij een actievere maatschappelijke rol van de rvc.
Mario Damen